Vrijdag namiddag kwamen we. In Leixeos aan, een jachthaven die grenst aan een industriehaven. We gingen even op verkenning maar buiten de mooie stranden (waar we met Dushi niet op mochten, 5000€ was ons wat teveel) viel er niet veel te beleven.

Zot veel vissen ook alweer in de haven hier ! Als je de foto open klikt zie je vooraan ook de massa kleine visjes!

De plek was wel het ideale uitgangspunt om Porto te bezoeken. Bart reserveerde een Uber voor zaterdagochtend, in de hoop dat Dushi dan ook mee kon. De havenmeester had immers heel erg bedenkelijk gekeken toen we vroegen hoe het zat met honden op het openbaar vervoer in Porto. Kleine hondjes mochten mee, maar kaliber Dushi dat was wel wat anders.

De taxichauffeur wou eerst ook Dushi niet meenemen, maar toen ik uit de rugzak een groot badlaken toverde, draaide hij bij. Gezien Dushi wel vaker mee auto rijdt was het echt geen probleem. : Hij gedroeg zich voorbeeldig!

We werden afgezet aan de kathedraal waarvan we het eerste mooie uitzicht hadden op de rivier Douro met zijn Porto kelders met elk hun eigen Porto boot. Van daaruit wandelden we weer omhoog naar het station.

Het was voor mij bijna 30 jaar en voor Bart 10 jaar geleden dat we in Porto waren en het blijft een mooie stad om te bezoeken, ook al heb je geen zin in een glas.

Een brug met Belgische Roots : Théophile Seyrig een ingenieur die ook bij Eiffel heeft gewerkt was de architect van deze indrukwekkende boogbrug
Maritieme barok
Deze studenten/straatmuzikanten met hun zwarte pakken hadden nog niet al teveel last van de warmte !

Gisteren gingen we op stadsbezoek en voor het eerst hadden we alledrie wat last van de warmte. Als je langs de Atlantische kust blijft heb je immers altijd een frisse wind staan.

We wilden dus als diner iets ‘fris’.

Gezien er een stuk watermeloen 🍉 in de koelkast lag was de keuze snel gemaakt:

1/8 watermeloen, wat gemengde sla blaadjes, 1/2 stuk feta, 1/2 rode ui, olijfolie, balsamico azijn, wat versgemalen zwarte peper. (Voor 2 personen)

Wij aten er gegrilde tonijn bij.

We komen onderweg ook wel eens Belgen tegen.

Soms met de (zeil)boot, dan wordt er al eens een pintje samen gedronken en ervaringen en plannen uitgewisseld.

Soms ook mensen die in België werken, zoals de vriendelijke portugese man die bij een transportbedrijf in het Antwerpse werkt en in de zomer zijn familie hier opzoekt. Zo horen we regelmatig Frans spreken, want blijkbaar werken en wonen veel mensen met een Portugese achtergrond in Frankrijk.

Of soms zijn het ook gewoon Belgische toeristen : tijdens onze avondwandeling met Dushi zagen we een klein jongetje dat allerlei halsbrekende toeren uithaalde op een skateboard. Zijn ouders noemden hem la petite crevette à roulettes. Wat verder aan de waterkant zat zijn broertje, die een nummer van Marley uit zijn gitaar toverde. De jongens bleken 5 en 9. Ze waren allebei fervente surfers en dus was dit de derde keer dat ze naar hier op vakantie kwamen. De golven van de Atlantische oceaan zijn het Walhalla voor Kiters en surfers.

De jongste bleek al sinds zijn 2,5 te kunnen skateboarden, en dat was duidelijk te zien.

Grote broer was uit verveling tijdens COVID beginnen gitaarles volgen op internet, en had intussen een heel repertoire uitgebouwd : de Pixies, de Stones, de Peppers en ook Bob Marley. ‘Il sont trop cool ces chansons’. Het zet hem aan om snel Engels te leren om zelf ook te zingen. Er schuilt een kleine rockster in Achilles, dat hebben wij gehoord!

Intussen hebben we de tweede nacht doorgebracht in de haven van Póvoa de Varzim. De haven is gebouwd met redelijk wat snufjes en beveiliging aan de poortjes met vingerafdruk herkenning. Helaas worden de gebouwen niet echt onderhouden en ziet het hier allemaal wat aftands uit. Blijkbaar is het wel dé plek in Portugal waar boten op de kant gaan tot de eigenaars terug komen. Waarschijnlijk zitten de goedkope tarieven voor werklui én materiaal er voor iets tussen. Bart wisselde de gasfles in voor 13 € (in België betaalde hij 41€ voor dezelfde fles) Een aantal van de boten op de parking blijven helaas verweesd achter.

Achter deze muur ligt de oceaan
Het water in de haven is ontzettend helder. En er zwemmen gigantisch veel vissen.

De haven ligt iets verder van het centrum en in tegenstelling tot de voorbije dagen zijn er minder horeca gelegenheden. We waren natuurlijk we wat verwend. Vanuit Póvoa is er wel een metro verbinding naar Porto.

Dat is trouwens waar we nu naartoe varen. Er zijn twee havens, ééntje op de Douro (die helaas heel duur is) en een industriële haven waar wij naartoe gaan.

Golden hour
Gil Eannes

Of er plaats was in de haven, vroeg Bart, toen hij de haven opbelde. Ja die was er, maar hoe diep steekt onze boot? Het kwam erop neer dat de jachthaven in Viana do Castelo niet gebaggerd was, en dat er wel plaats was maar dan in het dok van de vissershaven. We lagen er vrijwel alleen, toch voor de grote vissersboten terugkeerden in de haven, met één heel grote boot : het hospitaal ship Gil Eannes.

In 1955 werd dit schip hier in Viana do Castelo gebouwd om jarenlang dienst te doen als hospitaal schip voor de portugese kabeljauw – vissers die naar Newfoundland of Groenland gingen vissen. Vandaag is het een museum en één van de attracties van Viana do Castelo. En onze buurman hier.

Maar terug naar het telefoongesprek van Bart met de havenmeester : hij was niet echt een havenmeester, hij had altijd in de dokken gewerkt. Maar omdat er dan niet gebaggerd was, had men hem vlak voor zijn pensioen gevraagd of hij dit wou doen. Het was een tussentijdse oplossing, net zoals dit dok er één was voor de bezoekende zeilboten.

Hij was een heel vriendelijk man, had ook een hond gehad, een labrador maar die was helaas gestorven aan kanker. Hij was er nog steeds verdrietig om. Hij sprak een beetje Engels, en wat makkelijker Frans. En het havenkantoor lag wel wat verder, maar het was een tussentijdse oplossing.

Dit was onze eerste kennismaking met een heel vriendelijk en mooi stadje. Met zowel wat bredere als smalle straatjes, met mooi gepleisterde huizen met balkonnetjes in smeedijzer, maar vooral heel veel licht en heel vriendelijke mensen. Ook wel wat toeristen, maar vooral mensen die een familiale band hebben met de stad.

De vismarkt
Gedroogde vis à l’ancienne
Iemand nog een fuik nodig?
In de verte: de universiteit en het ziekenhuis

Bart koos op TripAdvisor een restaurantje waar we voor drie gangen (soep, dagschotel en dessert), inclusief een karafje regionale witte wijn en koffie en thee welgeteld 22 € betaalden. Voor twee personen. Heerlijk dat dat ook kan.

Dus : als jullie op citytrip naar Porto gaan, maak alsjeblieft een uitstapje naar Viana do Castelo ! Het is écht de moeite waard!

Ter hoogte van Vigo aan de galicische kust ligt het eilandje Cies. Het is een natuurgebied en je hebt er een ‘permit’ voor nodig. Voor die permit had Bart gezorgd : 10 jaar geleden had hij die aangevraagd en sindsdien werd hij jaarlijks automatisch vernieuwd. Gezien hij er toen niet was geweest stond het nu wel op onze planning.

Het kon er wel eens druk zijn in het weekend lazen we, en effectief, op het ene strandje was nog meer volk dan op het andere. We wachtten zo lang mogelijk om met Dushi aan land te gaan, maar op een bepaald moment vond die het toch wel heel hoog tijd worden.

Wij dus het bijbootje in, aangelegd aan een trap en de berg op… Tot één van de bewakers ons tegenhield omdat het verboden was om honden mee te nemen op het eiland.

En dus vaarden we verder naar Baiona. Baiona ligt in een grote baai met lange zandstranden. Wij ankerden buiten de haven. Op het eerste gezicht lijkt de stad niet mooi. Maar eens je van de grote boulevard weggaat kom je in kleine straatjes terecht. Met onder andere restaurantjes en en bars.

Gezien dit de laatste Spaanse stad is die we aandoen besluiten we om nog wat tapas te scoren. (Alle excuses…) Toch altijd een gigantisch verschil met wat ze in België met tapas bedoelen.

We besluiten om nog een extra dagje te blijven om nog wat meer sfeer op te snuiven. We maken een wandeling langs het kasteel (blijkbaar werd Baiona in vroeger tijden zowel uit het Noorden als het zuiden aangevallen) en belanden op een terrasje voor een (laatste?) Tinto de Verano.

’s avonds eten we met spullen uit de voorraadkast spaghetti met tonijn.

Vanmorgen vertrokken we naar Portugal. Er staat weer weinig wind en als hij er staat is het weinig wind en pal langs achter. Gelukkig is de motor blij met de schoonmaakbeurt die hij heeft gekregen. Sindsdien heeft hij niet meer gehaperd.

We varen dicht bij de kust, maar moeten goed uitkijken voor de vissersfuiken die overal verspreid liggen. In België zie je deze zelden. Hier liggen ze met honderden.

Het landschap verandert en wordt wat vlakker.