We keerden dus terug naar Guna Yala. Na een eerste stop in Chichime waar we door onze Franse vrienden werden onthaald met een fantastische barbecue en een onvergetelijke avond samen vaarden we naar Cayo Holandeses.

Zeearend
Toch nog enkele kinderen op het eiland. Ze stopten met plezier even met het plukken van de kip die die avond op het menu stond om te spelen met Dushi
De overlevenden

Ik keek ernaar uit om er Ephraim en Marcelina terug te zien, een koppel Guna’s waar we in november kennis hadden gemaakt, maar na een eerste wandeling op hun eilandje stelde ik vast dat nu flink wat hutten er verlaten bij lagen. Beetje bij beetje vernam ik wat er aan de hand was.

De vrouw van de chefe die in november nog onze Guna vlag met het hakenkruis had genaaid, bleek intussen plots overleden. De chefe had hierna zijn onderkomen gezocht in Panama city om er gedurende onbepaalde tijd zijn gedachten te verzetten.

En blijkbaar was het schooljaar inmiddels terug begonnen en waarop de moeders met jonge kinderen verhuisd waren naar de grotere dorpen waar er scholen zijn.

Oef, als het dat maar is!

QGezien onze vrienden van de Morpheus hun boot hadden verkocht, kregen we hun harpoen. We werden door onze andere Franse vrienden JC en Aline meegenomen naar een prachtig rif waar Bart meteen ook de beginselen van het harpoen jagen aangeleerd kreeg. Ik hield het deze keer bij het opduiken van conch (in het Frans Lambi). Deze gigantische schelpen worden als ze schoongemaakt zijn omgetoverd in een ceviche. Het ‘vlees’ wordt samen met een heel fijn gesneden rode ui gegaard in het sap van limoen. Wat roze peper, een snuifje zout en een lekje cocosmelk erbij en klaar is het.

Conch

De vissen  die de mannen hebben geschoten worden gegrild op de BBQ. Het geeft voldoening om met de lokaal beschikbare ingrediënten te koken. En het smaakt nog meer als je ze zelf hebt gevangen.

JC
Des ‘shamalows’

Wij nemen afscheid van de bemanning van Jeole1. Zij gaan nog even naar Panamarina alvorens ze het Panamakanaal door gaan. Alweer afscheid nemen van mensen met wie je onvergetelijke momenten hebt doorgebracht.

We varen naar Green island. Normaal gaan we daar enkele dagen ankeren. Maar het miniatuur eilandje Waisaladup waar we voorbij varen is zo mooi dat we ons tussen de riffen door manoeuvreren en daar ons anker droppen.

De bedoeling is om een dag of twee, drie daar te blijven, maar de plek is zo uniek, dat we telkens met een dagje verlengen. We krijgen regelmatig bezoek van lokale vissers en kopen volop verse vissen, verse langousten en verse krabben.

De groenteboer passeert
De krab wordt zonder probleem al gekuist

Het is een plezier om met hen een babbeltje te doen en te onderhandelen. Dit volk heeft niet veel bezittingen, maar wel een fijn gevoel voor humor. Eén van hen vertelt dat zijn kompanen Walter en Walter heten en bovendien nog broers zijn ook. Hij schatert het uit. We onderhandelen over de prijs van de vis, en meestal eindigt het erop dat ze de vis (of kreeft, of krab) voor me schoonmaken en er eventueel een frisdrankje of wat water bij krijgen. Het doet me alweer denken aan hoe mijn vader bij de verkoop van de koeien meestal een extra ossentong of -staart bovenop de afgesproken prijs binnen haalde.

De Walters

Vlees is hier bijna niet te verkrijgen, maar ons menu is niet eentonig. We eten roodbaars uit de oven, een tartaar van tonijn (met advocado en papaya,gekocht van de groentenboot), een curry van krab, pasta – en risotto met langoust. Te zeggen dat Bart bij zijn eerste oceaan oversteek 10 jaar geleden gedurende 16 opeenvolgende dagen alleen maar spaghetti met bolognaisesaus uit een pot heeft gegeten. Hij klaagt niet.

We zouden zelf kunnen vissen, er zit ontzettend veel vis hier, maar kiezen ervoor om vis te kopen van de plaatselijke vissers. Op die manier geven we hen de kans om wat brood op de plank te brengen voor hun familie. En voor de 2 Balboa (=2 dollar) per pond vis moeten we het niet laten.

How’s life? Not too bad

Omdat het weerbericht meer wind en hoge golven voorspelt, varen we terug naar Nargana. We waren hier in November ook al geweest en weten dus dat we hier uiterst beschut gaan liggen. Bovendien is dit één van de plaatsen waar Dushi zoveel heeft gespeeld met de lokale kinderen. Ik kijk er dus ook erg naar uit om hier terug aan land te kunnen gaan.

En ja hoor. Binnen de kortste keren hebben we weer een tiental kinderen rond ons die met veel plezier een balletje gooien met Dushi. Dit is de daaropvolgende dagen niet anders. En op zondag komt ook het jongetje dat vorige keer de hele tijd rond ons hing aangelopen. Ik krijg spontaan een dikke knuffel! ‘Ik ken jullie’ roept hij. Hij komt bij me zitten en ik krijg het ijsje wat hij aan het eten was aangeboden. Veel meer dan een klompje huisgemaakt waterijs in een kartonnen bekertje is het niet. Ik bedank voor het aanbod : de bedenkelijke kleur van het beige ijsklompje doet me twijfelen over de herkomst van het gebruikte water, maar ben al bij al toch heel erg gecharmeerd!

Mijn naamgenote Mariana
De allerschattigste!

Er meldt zich een gunstig weervenster aan tegen het einde van de week en dus varen we in dagtochtjes richting Colombiaanse grens via Snug Harbour, bahia Masargandi en Puerto Perme.

Onderweg proberen we te vissen maar veel meer dan deze ‘dieetvis’ vangen we niet. Het neusje van de tonijn

Vanuit Perme is het een uurtje of twee varen naar Puerto Obaldia, waar we kunnen uitklaren. Er staan nog behoorlijk wat golven : het is een behoorlijk sportief ritje terug naar de boot. En ook de motor van de dinghy halen en de dinghy liften en achter de boot hangen is geen sinecure, maar uiteindelijk lukt het zonder al te veel problemen.

We houden enkele dagen halt aan één van de San Bernardo eilanden, Tintipan. We worden door de vissers geholpen om aan te leggen aan een boei. Het water rond de boot is zonder overdrijven kristalhelder en ligt vlak als een meer. Gelukkig, want als we gaan snorkelen zien we dat het touw van de mooring getuigt van flink wat creativiteit : op verschillende plaatsen zijn er touwen van verschillende diktes aan elkaar geknoopt, de ene al dunner en meer versleten dan de andere. Maar er is geen wind en er staan geen golven. En gedurende twee dagen genieten we van de prachtige koralen en vissen vlakbij de boot.

Zicht op zee vanop het terras van hostel Santa Lova, uitgebaat door enkele jonge Fransen. Ideaal om een aperitiefje te gaan drinken

En dan is het tijd om verder naar de bewoonde wereld te varen en komen we aan in bruisend Cartagena.

De eerste avond worden we meteen getrakteerd op vuurwerk
Zoek de verschillen!!!